LB-besluiten Wet IB 2001

 

De volgende besluiten zijn afgegeven in het kader van de invoering van het nieuwe belastingstelsel.

Het betreft vernieuwde besluiten die zijn uitgebracht voor het nieuwe belastingstelsel.

 

(…)

 

Loonbelasting: Vrije reiskosten zeevarenden

Besluit van 20 december 2000, nr. CPP2000/2758M

 

(…)

 

Loonbelasting en premieheffing volksverzekeringen. Vrije reiskostenvergoedingen zeevarenden

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

 

Besluit van 20 december 2000, nr. CPP2000/2758M

 

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

 

Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB 2001 en de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001.

1.            Inleiding

Vergoedingen van reiskosten van zeevarenden en hun partners en kinderen, behoren onder omstandigheden tot de vrije vergoedingen als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet). Zeevarenden zijn werknemers die als kapitein, scheepsofficier of scheepsgezel werkzaam zijn op een zeeschip in de zin van de Zeebrievenwet.

In dit besluit wordt aangegeven onder welke omstandigheden in elk geval sprake is van een vrije vergoeding. Gelet op artikel 17 van de Wet geldt dit besluit voor vergoedingen en verstrekkingen tezamen.

2.         Vrije vergoeding van reiskosten van zeevarenden

De vergoedingen van de kosten van door zeevarenden gemaakte reizen tussen de woning of verblijfplaats aan de wal en de ligplaats van het schip zijn aan te merken als vrije vergoedingen. Ook de kosten van de partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en de kinderen van de zeevarende voor reizen naar en van het schip kunnen in de hierna genoemde gevallen belastingvrij worden vergoed.

3.         Vrije vergoeding van reiskosten van de partner en kinderen

Reiskosten die de partner en de tot het gezin behorende kinderen van de zeevarende maken voor reizen naar en van het schip kunnen belastingvrij worden vergoed, indien het schip - voor zeer korte tijd - ligplaats heeft in de haven van Duinkerken of Hamburg, dan wel in één van de in de kuststrook daartussen gelegen havens.

4.            Omvang vrije reiskostenvergoeding

De hiervoor bedoelde reiskosten worden in aanmerking genomen tot maximaal de werkelijke kosten van openbaar vervoer. Voorzover het vervoer per auto plaatsvindt, is het maximaal vrij te vergoeden bedrag per kilometer gelijk aan het bedrag genoemd in artikel 15b, eerste lid, onderdeel b, van de Wet, zijnde f 0,60 (e 0,27).

5.            Overige gevallen en ingangsdatum

Ter voorkoming van misverstanden merk ik op dat de getroffen regeling slechts ten doel heeft geschillen over de belastbaarheid van vergoedingen van reiskosten naar en van de genoemde havens zoveel mogelijk te voorkomen. Ik beoog hiermee niet de mogelijkheid van onbelastbaarheid in andere gevallen uit te sluiten. De belastbaarheid van vergoedingen van kosten van reizen naar en van andere havens staat ter beoordeling van de Belastingdienst en, bij een eventueel blijvend geschil, van de administratieve rechter in belastingzaken.

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001. Het besluit van 24 januari 1990, nr. DB89/6889, is met ingang van 1 januari 2001 vervallen.

 

(…)