De Staatssecretaris heeft een aantal besluiten herzien. Dit in verband met het invoeren van de euro.

 

 

Het betreft:

 

(…)

 

Buitengewone uitgaven (arbeidsongeschiktheidsaftrek) en belastingvrije toeslag van buitengewoon gepensioneerden. Buitengewone uitgaven van militaire oorlogsslachtoffers.

Besluit van 19 november 2001, nr. CPP2001/2143M (vervangt Besluit van 14 december 2000, nr. CPP2000/2719M)

Het bevat geen inhoudelijke wijzigingen.

 

(…)

 

Buitengewone uitgaven (arbeidsongeschiktheidsaftrek) en belastingvrije toeslag van buitengewoon gepensioneerden. Buitengewone uitgaven van militaire oorlogsslachtoffers

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen

 

Besluit van 19 november 2001, nr. CPP2001/2143M

 

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

 

Dit besluit is een herziene versie van het besluit van 14 december 2000 nr. CPP2000/2719M.

Het besluit is herzien in verband met de omzetting van guldensbedragen in eurobedragen per 1 januari 2002 en bevat geen inhoudelijke wijzigingen.

1.         Inleiding

Oud deelnemers aan het verzet, oud deelnemers aan het Indisch verzet, zeelieden-oorlogsslachtoffers en militaire oorlogsslachtoffers hebben op grond van onderscheidenlijk de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers en de Algemene Militaire Pensioenwet recht op een buitengewoon pensioen c.q. op een militair pensioen waarvan de hoogte wordt bepaald door de graad van de invaliditeit. In geval van ernstige of zeer ernstige verminking dan wel bij blijvende algehele of nagenoeg algehele invaliditeit is een vermeerdering van het pensioen mogelijk van 20% of 40%.

2.         Belastingvrije uitkeringen

Alle oud deelnemers aan het (Indisch) verzet en zeelieden-oorlogsslachtoffers die een vermeerderd pensioen genieten, zijn in het genot gesteld van een toeslag voor medisch-sociale kosten ten bedragen van € 1.361 per jaar. Gelet op de bijzondere positie waarin deze buitengewoon gepensioneerden verkeren en mede in aanmerking genomen de omstandigheid dat deze gepensioneerden door hun hoge graad van lichamelijke of psychische invaliditeit dan wel door ziekte doorgaans extra kosten moeten maken, keur ik voor zoveel nodig goed dat vorenbedoelde toeslag voor de heffing van de loonbelasting en de inkomstenbelasting geheel wordt beschouwd als een belastingvrije uitkering als is bedoeld bij artikel 11, eerste lid, onderdeel l, van de Wet op de loonbelasting 1964.

 

Dit houdt in dat voorzover door de toeslag uitgaven ter zake van ziekte en invaliditeit (in de zin van artikel 6.16 en volgende van de Wet IB 2001) worden vergoed, deze uitgaven niet meer als op de betrokkenen drukkende uitgaven kunnen worden aangemerkt.

 

Ik merk hierbij nog op dat de toeslag niet strekt tot vergoeding van uitgaven die betrekking hebben op anderen dan de buitengewoon gepensioneerde zelf en evenmin tot vergoeding van premies voor ziektekostenverzekering of ziekenfonds. Met deze uitgaven behoeft de toeslag derhalve niet te worden gesaldeerd.

3.         Vergoeding van uitgaven

Mij is voorts gebleken dat aan militaire oorlogsslachtoffers die een vermeerderd pensioen genieten de uit hun invaliditeit voortvloeiende uitgaven ter zake van ziekte en invaliditeit (in de zin van artikel 6.16 en volgende van de Wet IB 2001) in de praktijk vrijwel geheel worden vergoed.

4.         Beoordeling buitengewone uitgaven

De buitengewone uitgaven van oud deelnemers aan het (Indisch) verzet, zeelieden-oorlogsslachtoffers en militaire oorlogsslachtoffers die een vermeerderd pensioen genieten dienen volgens de normale regelen te worden beoordeeld.

De inspecteurs dienen evenwel een soepel standpunt in te nemen ten aanzien van de vraag of bepaalde uitgaven hun oorzaak vinden in de lichamelijke dan wel psychische invaliditeit of ziekte van deze belastingplichtigen.

5.         Arbeidsongeschiktheidsaftrek

Voor de heffing van de loonbelasting en de inkomstenbelasting kunnen bij oud deelnemers aan het (Indisch) verzet en zeelieden-oorlogsslachtoffers die een vermeerderd pensioen genieten de uitgaven ter zake van arbeidsongeschiktheid in aanmerking worden genomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.20 van de Wet IB 2001, zonder dat van hen een nader bewijs wordt verlangd met betrekking tot de vraag of zij voldoen aan de eisen welke omtrent de mate van arbeidsongeschiktheid in dit wetsartikel zijn gesteld.

 

Ik heb geen aanleiding gevonden de in dit lid neergelegde goedkeuring in zijn algemeenheid ook van toepassing te verklaren ten aanzien van militaire oorlogsslachtoffers met een vermeerderd pensioen.

6.         Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

7.         Vervallen besluit

Het besluit van 14 december 2000, nr. CPP2000/2719M vervalt per 1 januari 2002.