Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Domein belastingen op arbeid en vermogen
Besluit van 18 februari 2004, nr. CPP2003/372M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
Aan mij zijn vragen gesteld over de fiscale gevolgen van de aanschaf of het (laten) inbouwen van de volgende accessoires ten behoeve van het gebruik voor het werk in een ter beschikking gestelde of tot het ondernemings- of resultaatsvermogen behorende auto (hierna: auto van de zaak) of in een privé-auto:
- een (inbouw)systeem voor handsfree bellen tijdens het autorijden (hierna: carkit);
- een navigatiesysteem;
- een hoofdtelefoonsysteem voor gebruik in combinatie met een mobiele telefoon (hierna: headset).
Onder privé-auto wordt in dit verband verstaan een (niet tot het ondernemingsvermogen behorende) eigen (of in privé gehuurde) auto van een werknemer, winstgenieter of resultaatgenieter. Waar in dit besluit wordt gesproken van “inbouwen” kan, indien toepasselijk, tevens begrepen worden “aanbrengen”.
De standpunten zijn hieronder opgenomen. Een en ander is omwille van de duidelijkheid in de volgende tabel weergegeven.
|
Auto van de zaak |
Privé-auto |
||
|
Inbouw/aanschaf (zie. 2.1) |
Eigen bijdrage (zie 2.2) |
Inbouw/aanschaf (zie 3.1) |
Eigen bijdrage (werknemers) (zie 3.3) |
......... |
................. |
................ |
................. |
................ |
Carkit |
autokosten, zie de voorwaarden in 2.1.a. |
zie 2.2.1. |
autokosten, zie de voorwaarden in 3.1.a. en 3.2.a. |
zie 3.3. |
Navigatie-systeem |
autokosten, zie de voorwaarden in 2.1.b. |
zie 2.2.1. |
autokosten, zie de voorwaarden in 3.1.b. en 3.2.b. |
zie 3.3. |
Headset |
telefoonkosten, zie de voorwaarden in 2.1.c. |
zie 2.2.2. |
telefoonkosten, zie de voorwaarden in 3.1.c. en 3.2.c. |
zie 3.3. |
De Voorzitter Raad van Bestuur Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) heeft mij meegedeeld dat dit besluit - voor zover relevant - ook van toepassing is voor de premieheffing werknemersverzekeringen.
Voor het privé-gebruik van een auto van de zaak geldt het zogenaamde autokostenforfait (artikel 3.20 en 3.145 van de Wet inkomstenbelasting 2001). Het autokostenforfait wordt berekend aan de hand van de waarde van de bestel- of personenauto. Dit is de catalogusprijs inclusief omzetbelasting en (voor personenauto's) de belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Voor accessoires die door de fabrikant, de importeur of de dealer zijn aangebracht vóór (of, tot in januari 2003, op) de dag waarop aan de betreffende auto een kenteken is toegekend, terwijl deze accessoires zijn opgenomen in de door de fabrikant of de importeur vastgestelde prijslijst, dient de in die lijst vermelde meerprijs tot de catalogusprijs te worden gerekend (zie het arrest van de Hoge Raad van 24 januari 2001, BNB 2001/107). Voor auto’s van 15 jaar en ouder leidt de inbouw van accessoires die deel gaan uitmaken van de auto tot een hogere waarde in het economisch verkeer.
Wat zijn de consequenties van het inbouwen c.q. aanschaffen van:
a. een carkit;
b. een navigatiesysteem;
c. een headset?
Ad a. en
b. Carkit en navigatiesysteem
De volgende situaties zijn mogelijk wanneer bij een auto van de zaak een carkit
voor handsfree bellen en/of een navigatiesysteem door de fabrikant, importeur
of dealer wordt ingebouwd.
- De accessoires zijn niet afzonderlijk
opgenomen in de door de fabrikant of importeur vastgestelde prijslijst
Wanneer de accessoires niet zijn opgenomen in de door de fabrikant of importeur
vastgestelde prijslijst, verhogen de accessoires de catalogusprijs van de auto
niet. Het moment van inbouwen is dan ook niet relevant.
- De accessoires zijn afzonderlijk opgenomen
in de door de fabrikant of importeur vastgestelde prijslijst
Wanneer de accessoires zijn opgenomen in de door de fabrikant of importeur
vastgestelde prijslijst verhogen deze accessoires de catalogusprijs van de auto
wanneer ze op of vóór de dag van toekenning van het kenteken worden ingebouwd.
Sinds 1 januari 2003 is het mogelijk op de dag van toekenning van het
kenteken zelf accessoires in te bouwen zonder dat daarbij de catalogusprijs
wordt verhoogd. Wanneer de accessoires zijn ingebouwd na de dag van toekenning
van het kenteken verhogen deze accessoires de catalogusprijs van de auto niet.
- BPM-vrije accessoires
Wanneer sprake is van een auto die is voorzien van een voor de Wet op de
belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (BPM) vrijgestelde
accessoire (zie artikel 9, vijfde lid, BPM en artikel 7 Uitvoeringsregeling
BPM) behoort dit (tegen de in dat artikel genoemde bedragen) niet tot de
catalogusprijs. Een navigatiesysteem kan een vrijgestelde accessoire zijn als
bedoeld in artikel 7, derde lid onder e, van de Uitvoeringsregeling BPM wanneer
aan de daar gestelde voorwaarden is voldaan. In dat geval behoort een bedrag
van € 1250 (2004) niet tot de catalogusprijs, ook al komt het navigatiesysteem
voor in de door de fabrikant of importeur vastgestelde prijslijst en wordt dit
ingebouwd vóór of op de dag van toekenning van het kenteken. Wanneer het
navigatiesysteem duurder is dan het bedrag genoemd in artikel 7, derde lid
onder e, van de Uitvoeringsregeling BPM kan het meerdere de catalogusprijs wel
verhogen. Daarbij gelden de hiervoor genoemde regels met betrekking tot het
moment van inbouwen.
Voor navigatiesystemen geldt dat een geïntegreerd audiosysteem de kwalificatie
als navigatiesysteem niet aantast.
Ad c.
Headset
Een headset voor het handsfree kunnen bellen, wordt niet ingebouwd in de auto.
Aangezien de headset ook los van de auto te gebruiken is, is er géén sprake van
kosten terzake van de auto. Er moet dan worden aangeknoopt bij de meest
specifieke bepaling, in dit geval die voor telefoons. Dit betekent dat er bij
de headset geen sprake is van een accessoire die de catalogusprijs van de auto
van de zaak verhoogt.
De aanschafkosten van een headset zijn aan te merken als telefoonkosten. Daarvoor geldt de volgende regeling:
- Winst- en resultaatgenieters
Voorzover de kosten van de combinatie van telefoon(s) en headset(s) niet hoger
zijn dan € 450 behoeven zij niet geactiveerd te worden en kunnen zij
direct ten laste van de winst respectievelijk het resultaat gebracht worden
(vergelijk o.a. het besluit van 14 november 2000, CPP2000/2264M).
- Werknemers
Een (mede) voor de dienstbetrekking gebruikte telefoon kan onbelast worden
vergoed voor zover de kosten per maand meer bedragen dan € 22,69
(€ 5,22 per week, € 1,04 per dag), tenzij de waarde van het gebruik
anders dan ten behoeve van de dienstbetrekking per jaar meer bedraagt dan
€ 454. Een tweede of volgende telefoon die geheel of nagenoeg geheel (90%
of meer) ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking wordt gebruikt, kan
onbelast vergoed of verstrekt worden. Zie hiervoor tevens paragraaf 17.45 van
het Handboek Loonheffing en premies werknemersverzekeringen 2004.
Een belastingplichtige met een auto van de zaak betaalt een eigen bijdrage voor de hiervoor genoemde accessoires. Komt deze bijbetaling in mindering op de bijtelling?
Een eigen bijdrage die de belastingplichtige verschuldigd is voor het gebruik voor privé-doeleinden, komt op de bijtelling in mindering (artikel 3.145, achtste lid en 3.20, achtste lid van de Wet inkomstenbelasting 2001). De te belasten waarde kan per saldo niet negatief worden. Voor de toepassing van het autokostenforfait moet dan onderscheid worden gemaakt tussen betalingen aan de werkgever en aan derden.
1. Betaling aan de werkgever c.q. voor eigen
rekening (bij de winst- en resultaatgenieter) in verband met privé-gebruik van
carkit/navigatiesysteem
Een dergelijke bijdrage voor het privé-gebruik kan op de bijtelling in
mindering worden gebracht.
In het geval er sprake is van een bedrag dat ineens wordt betaald, verwijs ik
naar het arrest van de Hoge Raad van 17 april 1996, nr. 30.995, BNB
1996/197. Daarin oordeelde de Hoge Raad, dat een ineens betaald bedrag,
bijvoorbeeld een bijdrage in de aanschaffingskosten van een auto, de grondslag
voor de bijtelling niet zonder meer vermindert.
2. Betaling aan derden in verband met een
carkit/navigatiesysteem
Kosten in verband met de auto van de zaak die aan derden zijn betaald, komen
niet in mindering op de bijtelling, tenzij de betaling is aan te merken als
gedaan ten behoeve van de werkgever en bij overeenkomst is voorzien dat die
betaling als bijdrage privé-gebruik auto wordt aangemerkt (vergelijk de
arresten van de Hoge Raad van 11 april 1979, nr. 19.185, BNB 1979/143 en
15 december 1999, nr. 34.945, V-N 2000/7.19).
De eigen bijdrage komt niet in mindering op de bijtelling voor de auto van de zaak. De eigen bijdrage van de werknemer komt wel in mindering op het vanwege de verstrekking van een telefoon als loon in aanmerking genomen bedrag. De te belasten waarde kan per saldo niet negatief zijn.
Een privé-auto wordt gebruikt voor zakelijke ritten. Wat zijn de consequenties bij het aanbrengen van:
a. een carkit;
b. een navigatiesysteem;
c. een headset.
Ad a. en
b. Carkit en navigatiesysteem
De in een privé-auto ingebouwde carkit en het navigatiesysteem gaan deel
uitmaken van de auto. Als gevolg daarvan zijn de kosten aan te merken als
autokosten. Bij personenauto’s worden de kosten en lasten in aftrek beperkt op
grond van artikel 3.17, lid 1, onderdeel b,
respectievelijk artikel 3.18 van de Wet IB 2001.
In alle overige situaties (zoals bijvoorbeeld een bestelauto die tot het privé-vermogen behoort en zakelijk wordt gebruikt) geldt artikel 3.17, eerste lid, onderdeel c, van de Wet IB 2001. De kosten worden dan in aftrek beperkt tot het bedrag dat als voordeel uit sparen en beleggen in aanmerking wordt genomen. Aangezien bij een bestelauto sprake is van een roerende zaak die voor persoonlijke doeleinden wordt gebruikt, bedraagt het voordeel uit sparen en beleggen nihil. Er kan dus niets in mindering worden gebracht op de winst of het resultaat uit overige werkzaamheden.
Ad c.
Headset
De kosten voor een headset zijn aan te merken als telefoonkosten. Voorzover de
kosten van de headset niet hoger zijn dan € 450 behoeven zij niet
geactiveerd te worden en kunnen zij direct ten laste van de winst
respectievelijk het resultaat gebracht worden (vergelijk het besluit van
14 november 2000, CPP2000/2264M).
Een werknemer gebruikt een privé-auto voor zakelijke ritten. Kan een werkgever in zo’n geval de genoemde accessoires vrij verstrekken of hiervoor een vrije vergoeding geven?
Ad a. en
b. Carkit en navigatiesysteem
In dit geval is er sprake van een vrije vergoeding of verstrekking terzake van
de kosten van de auto. Hoewel door middel van een carkit handsfree kan worden
gebeld, zijn de kosten van een carkit eerder aan te merken als autokosten dan
als telefoonkosten. Deze kosten vallen dan binnen de normering van € 0,18
per kilometer (in 2003: € 0,28 per kilometer). Dit geldt ook voor de
kosten van de aanschaf van een navigatiesysteem.
Ad. c. Headset
De kosten voor een headset zijn aan te merken als telefoonkosten.
Een (mede) voor de dienstbetrekking gebruikte telefoon kan onbelast worden vergoed voor zover de kosten per maand meer bedragen dan € 22,69 (€ 5,22 per week, € 1,04 per dag), tenzij de waarde van het gebruik anders dan ten behoeve van de dienstbetrekking per jaar meer bedraagt dan € 454.
Een tweede of volgende telefoon die geheel of nagenoeg geheel (90% of meer) ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking wordt gebruikt, kan onbelast vergoed of verstrekt worden. Zie hiervoor tevens paragraaf 17.45 van het Handboek Loonheffing en premies werknemersverzekeringen 2004.
Wat zijn de consequenties wanneer een werknemer een eigen bijdrage betaalt voor een carkit, navigatiesysteem of headset?
In deze situaties komt de eigen bijdrage in mindering op het bedrag dat tot het loon van de werknemer moet worden gerekend. De te belasten waarde kan per saldo nooit negatief zijn.