Dit besluit is een actualisering van het besluit van 14 mei 2007, nr. CPP2007/480M. Het besluit bevat een goedkeuring voor de loonheffingen om in bepaalde gevallen correctieberichten op werknemersniveau achterwege laten. In die gevallen is doorwerking naar de polisadministratie niet nodig. Aan de voorbeelden wanneer correctie achterwege kan blijven is er één toegevoegd en de overgangsregeling 2006-2007 is niet meer opgenomen. De overige wijzigingen zijn louter redactioneel en hebben geen inhoudelijke betekenis.
De Belastingdienst heft naast de
loonheffing ook de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke
bijdrage Zvw. De heffing vindt plaats door middel van afdracht van de
ingehouden loonheffingen waarvoor de werkgever één gecombineerde aangifte
indient. Deze aangifte, met onder meer loongegevens van werknemers, is een
belangrijke leverancier voor de zogenoemde polisadministratie. De polisadministratie
is een bron van gegevens over arbeids- en uitkeringsverhoudingen voor
verschillende partijen, zoals de Sociale verzekeringsbank, het UWV en de
Belastingdienst. Dit betekent dat de polisadministratie zoveel mogelijk de
juiste en actuele gegevens moet bevatten per werknemer per tijdvak. Om dit te
bewerkstelligen is het nodig dat de werkgever onjuistheden of onvolledigheden
in de loonaangifte corrigeert. Dit moet de werkgever doen via zogenoemde
correctieberichten voor correcties in de loonsfeer sinds 1 januari 2006 (zie
artikel 28a, eerste en tweede lid, van de Wet LB). In bepaalde gevallen zijn
correcties op individueel werknemersniveau niet eenvoudig te maken. Het alsnog
individualiseren kan dan gepaard gaan met onevenredige hoge administratieve lasten
voor de werkgever, die niet in verhouding staan tot het belang van de correctie
voor de werknemer. In de praktijk blijkt daarom behoefte te bestaan aan beleid
in welke gevallen correctieberichten op werknemersniveau achterwege kunnen
blijven. Dit heeft voor een verzekerde geen invloed op het recht op inzage in
de polisadministratie en de correctie van eventuele onjuistheden. Evenmin
beïnvloedt dit de wettelijke plicht van de verzekerde om eventuele onjuistheden
aan UWV te melden (zie artikel 33c van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie
werk en inkomen).
In onderdeel 2 van dit besluit geef ik aan wanneer de Belastingdienst
correctieverplichtingen op werknemersniveau oplegt en onder welke
omstandigheden dat niet nodig is. In verband hiermee bevat onderdeel 2 een
goedkeuring onder voorwaarden voor bepaalde situaties waarin werkgevers niet op
werknemersniveau hoeven te corrigeren. Hierbij staat voorop dat correctie op
werknemersniveau wel nodig is als anders onevenredige nadelen zouden optreden
voor de betrokken werknemers.
bijdrage Zvw |
inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet |
loonheffing |
loonbelasting/premie volksverzekeringen |
loonheffingen |
loonheffing, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet |
werkgever |
inhoudingsplichtige voor de loonheffingen |
Wet LB |
Wet op de loonbelasting 1964 |
Wfsv |
Wet financiering sociale verzekeringen |
De Belastingdienst heft naast loonheffing ook de premies
werknemersverzekeringen (zie artikel 57 van de Wfsv) en de bijdrage Zvw (zie
artikel 48 van de Zvw).
Hoofdregel is dat de Belastingdienst bij constatering van een onjuiste of
onvolledige aangifte loonheffingen de werkgever een correctieverplichting
oplegt (zie artikel 28a, tweede lid, van de Wet LB). Dit leidt ertoe dat de
werkgever alsnog de juiste en volledige gegevens op werknemersniveau verstrekt,
door de geconstateerde fouten per werknemer per tijdvak te corrigeren. Deze
correctie van nominatieve gegevens werkt door naar de polisadministratie. In de
wet Overige fiscale maatregelen 2009 (Stb. 2008, 566) is geregeld dat de
correctieberichten die betrekking hebben op een tijdvak van een lopend
kalenderjaar vervallen. De werkgever moet onjuistheden herstellen in een latere
aangifte in dat jaar. Deze vereenvoudiging zal echter niet worden ingevoerd
vóór 2012.
Het kan voorkomen dat loon, mede gelet op het aantal werknemers, moeilijk te
individualiseren is. Dit kan zich onder meer voordoen als de Belastingdienst
steekproefsgewijs de loonadministratie van de werkgever controleert en fouten
constateert. In dat geval kan een correctieverplichting op werknemersniveau
leiden tot zware administratieve lasten voor de werkgever. Die administratieve
lasten kunnen onevenredig zijn ten opzichte van de eventuele belangen van
werknemers bij een juiste verwerking in de polisadministratie. Dit is niet
wenselijk.
Voor de heffing van loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen kent de
wet in die gevallen de mogelijkheid van naheffing via eindheffing. Dit is een
heffing van de werkgever. Hierbij past geen doorwerking naar de loongegevens op
werknemersniveau. Die doorwerking is echter volgens de hoofdregel (zie hiervoor)
wel aan de orde als werknemers daarbij in uitkeringsituaties belang kunnen
hebben. Dit neemt niet weg dat ook voor de premieheffing
werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw de noodzaak bestaat in de hiervoor
geschetste gevallen te heffen zonder dat sprake is van doorwerking naar de
gegevens op werknemersniveau. Gelet op een redelijke wetstoepassing heb ik
daarom besloten voor de praktijk nadere regels te geven in welke gevallen
correctieberichten op werknemersniveau achterwege kunnen blijven. Die regels zijn
opgenomen in de goedkeuring in onderdeel 3.
Goedkeuring
Ik keur in de volgende gevallen onder een tweetal voorwaarden goed dat een
werkgever correctie op werknemersniveau achterwege laat:
- De inspecteur heft loonheffing na via eindheffing over 2006 of latere jaren.
- Het betreft loonbestanddelen (of tariefsverschillen) die niet of moeilijk
individualiseerbaar zijn en zich daarom in het geval van naheffing van
loonheffing zouden lenen voor naheffing via eindheffing.
Voorwaarden
Er zijn twee voorwaarden verbonden aan deze goedkeuring:
1. De werkgever dient aan de inspecteur aannemelijk te maken dat er geen
onevenredig nadelige effecten optreden voor de eventuele uitkeringsrechten
werknemersverzekeringen van de betrokken werknemers. Dit licht ik hierna toe
aan de hand van enkele voorbeelden.
2. De werkgever betaalt het bedrag aan premies werknemersverzekeringen en
bijdrage Zvw, dat hij verschuldigd zou zijn als voor die loonbestanddelen
correctie op werknemersniveau zou plaatsvinden. De belastingdienst legt
hiervoor een naheffingsaanslag op.
Voorbeelden
Onderstaande voorbeelden zijn bedoeld als handvatten voor de praktijk.
Toepassing van de goedkeuring is mogelijk voor zover het gaat om:
- loonbestanddelen van werknemers met een loon dat op jaarbasis meer bedraagt
dan het maximum premieloon voor de werknemersverzekeringen en het maximum van
de grondslag voor de bijdrage Zvw;
- relatief geringe loonvoordelen of relatief geringe tariefsverschillen in
meerdere loontijdvakken;
- loonbetalingen aan anonieme werknemers waarbij niet bekend is wie het betreft
en wat die persoon aan loon heeft genoten.
- naheffingen van niet meer dan het bedrag genoemd in artikel 9.4, vijfde
lid, van de Wet IB 2001 (voor 2010 € 14), per werknemer, per kalenderjaar en
per naheffingsaanslag.
Ter verduidelijking merk ik hierbij op dat correctieberichten op individueel
niveau niet aan de orde zijn voor eindheffingsbestanddelen als bedoeld in
artikel 31, eerste lid, onderdelen b tot en met h, van de Wet LB. Deze
bestanddelen vormen geen loon voor de werknemersverzekeringen.
Het besluit van 14 mei 2007, nr. CPP2007/480M is ingetrokken met ingang van de
inwerkingtreding van dit besluit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de
dagtekening van dit besluit.
Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 8 maart 2010.
De minister van Financiën.
mr.drs. J.C. de Jager.