Loon- en inkomstenbelasting. Arbeidsverhouding leden van gedeputeerde staten en wethouders

Directoraat-generaal Belastingdienst. Team particulieren en formeel recht

 

Besluit van 14 oktober 2005, nr. DGB2005/5489M

 

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

1.       Inleiding en conclusie

Leden van gedeputeerde staten en wethouders hebben sinds de invoering van het duale stelsel de status van ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet. Zij vallen daardoor onder de loonbelasting. Vanaf 1 januari 2006 moet op hun beloning loonbelasting worden ingehouden. Op voorgaande jaren wordt niet teruggekomen.

2.       Positie leden GS en wethouders

Leden van gedeputeerde staten en wethouders hadden vóór de dualisering van het provincie- en gemeentebestuur de status van gekozen bestuurder. Hun arbeidsverhouding kwalificeerde niet als dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964. Met betrekking tot de belastingheffing is daarom steeds het standpunt ingenomen dat hun inkomsten kwalificeerden als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Wel hadden zij de mogelijkheid te opteren voor de loonbelasting.

3.  Wijziging positie

Recent is mij gebleken dat de positie van leden van gedeputeerde staten en wethouders onder het duale stelsel is gewijzigd. Zij worden thans benoemd en krijgen daarbij de status van ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet. Fiscaal heeft dit tot gevolg dat hun arbeidsverhouding kwalificeert als dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964.

 

In de communicatie naar de betrokkenen toe is tot dusverre steeds aangegeven dat deze functionarissen belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden genieten en de mogelijkheid hebben te opteren voor de loonbelasting.

Van de opting-in mogelijkheid is in de praktijk op ruime schaal gebruik gemaakt. Voor zover de genoemde functionarissen hun inkomsten in de inkomstenbelasting hebben aangegeven als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden acht ik het in de gegeven omstandigheden niet juist daarop terug te komen.

 

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is voornemens de rechtspositiebesluiten voor leden van gedeputeerde staten respectievelijk wethouders per 1 januari 2006 aan te passen aan de gewijzigde situatie.

Ik heb de minister van BZK meegedeeld dat eveneens met ingang van 1 januari 2006 op de beloning van gedeputeerden en wethouders loonbelasting dient te worden ingehouden.

4.  Informatie aan betrokkenen

De minister van BZK heeft de provincie- en gemeentebesturen van het vorenstaande in kennis gesteld bij brief van 1 september 2005, kenmerk 2005-158381.

5.  Inwerkingtreding en vervallen van dit beleidsbesluit

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dagtekening van dit besluit en vervalt met ingang van 1 januari 2006.